Maandag 26 mei 1997
06.00 uur. Vandaag geen duiken, maar een excursie naar het St. Catherine klooster. We reden achterin een jeep 2,5 uur door de woestijn over een splinternieuw geasfalteerde weg. Naast de chauffeur
en een gids, werden we vergezeld door 2 Nederlandse jongens, Jan en Erik. De tocht door de woestijn was prachtig.
De Byzantijnse sfeer in het klooster was mooi. De fantastische verhalen van de gids hadden voor mij niet gehoeven. In de tuin van het klooster zou de originele, bloeiende braamstruik staan waarin God zich aan Mozes manifesteerde.
De kelder met de botten van overleden monniken deed me denken aan de kathedraal in Cluny. Ook daar werden de botten van de monniken netjes opgestapeld bewaard, nadat ze waren opgegraven om plaats te maken op het kerkhof.
Na het kloosterbezoek begon het ware avontuur. De chauffeur liet lucht uit de banden van de jeep lopen en zo verliet de jeep het asfalt en werd onze tocht voortgezet door het woestijnzand. Een prachtige rit. Doel was 'The Colored Canyons', waarin we afdaalden en een schitterende wandeling maakten tussen de stenen gordijnen en steenzeeën in ijzerzwart, koperrood en mangaangeel.
Na de late lunch, reden we naar zee om te zwemmen en te snorkelen. Het was oppassen geblazen, want er waren vele doorzichtige paarse kwallen. Overigens prachtige weekdieren als je ze van dichtbij
bekijkt.
De afsluiter van de dag was shoppen in Dahab. Een klein toeristisch havenstadje.
Lees verder op de volgende pagina, dinsdag, 27 mei 1997