Vrijdag, 17 augustus 2018, Guayaquil
Ik had zin in de wandeling in het Cajas National Park en was vroeg in de ontbijtzaal. Alleen Vinicio, onze chauffeur, was er al. Ik schoof bij hem aan. Vinicio spreekt geen Engels, dus zette ik mijn beste beentje voor in het Spaans; 'Hablo un poco Español. Tengo una hermana que vive en Mallorca...'. Uiteindelijk waren de woorden van ondergeschikt belang, Vinicio is een hartelijke man.
Om 8.00 uur reed de bus richting het Cajas National Park op 4.000 meter hoogte. Voor een wandeling moet je vroeg zijn. Door de hoogte ligt het park vanaf de middag in de mist.
Maar Brownio, de plaatselijke gids die ons bij de ingang van het park opwachtte, vertelde dat het weer in de Andes verandert. Voorheen scheen in het Cajas NP 's morgens altijd de zon, maar al weken regent het en ligt het park in de mist. Brownio vertelde dat hier regelmatig mensen verdwalen en omkomen. Ook nu was een ervaren gids al een paar dagen zoek. Door de mist raak je gemakkelijk de weg kwijt in het 30.000 hectare grote park. In het Ecuadorboek had ik al gelezen dat het een slecht idee is om op een goede gids te bezuinigen. Er zijn mensen die zich uitgeven als gids en goedkoper zijn. Toeristen zijn daardoor verdwaald en hebben daarbij het leven gelaten. Brownio vertelde een wandeling uit te hebben gezocht die qua pad - ondanks de nattigheid - goed te doen was. Ik was op regen en kou voorbereid en begon lekker te stappen.
Brownio vertelde dat in het Cajas National Park lama's, alpaca's, condors, kolibries, bergtoekans en tropische spechten leven. Hij zei er meteen bij dat we geen enkel dier zouden zien: de dieren houden niet van harde wind en schuilen.
In het Cajas NP vind je honderden meren, rivieren, granieten rotsplaten en nevelwouden, die ondoordringbaar zijn.
De wandeling startte om 9.15 uur en zou 2 uur en 15 minuten duren. Iedereen ging mee. Zo rekenden sommigen van ons af met de onaangename ervaring op de Chimborazo berg; het krikte de spirit in de groep op.
Ondanks het slechte weer was de natuur en de wandeling sprookjesachtig. Ik genoot van het fotograferen en van het stappen.
Ik wist van geen ophouden met de camera. Voor wie nog meer wil zien...
Het was slechts 2 uur rijden naar Gayaquil.
Onderweg lunchten we bij een wegrestaurant. Een dame van het restaurant vroeg of ze een groepsfoto van ons mocht maken toen we aanstalten maakten om te vertrekken. Dus poseerden we bij de bus.
Gayaquil ligt op de westoever van de Rio Guayas. De stad werd 2.000 vChr. gesticht door de Valdivia indianen. In Gayaquil wonen 2,5 miljoen mensen legaal en een 0,5 miljoen mensen illegaal.
Nadat we in Gayaquil waren ingecheckt in hotel City Plaza, zette Vinicio ons af bij het Parque Bolivar. Het park staat bekend om de honderden leguanen die er leven.
Via de wijk Las Peñas liepen we naar de Rio Guayas, waarlangs een toeristische boulevard, de Malecón2000, is gemaakt. Het werd schemerig en het was een relaxte wandeling langs de stad. Het avontuur op het vaste land van Ecuador zat er bijna op. De volgende dag stond de vlucht naar de Galápagos eilanden op het programma. Daar wachtte een andere gids op ons.
Het werd een gedenkwaardig afscheidsetentje. We speechten allemaal een beetje, vertelden Pacha en Vinicio waarvan we het meest hadden genoten tijdens de reis, grapten en grolden. Daarbij overhandigde een ieder aan beiden de fooi. Ik had voor beide heren een ansichtkaart gekocht van de Chimborazo vulkaan, omdat deze beklimming voor mij een van de hoogtepunten van de vakantie was. Ik at een hele goede ceviche (verschillende soorten vis in een zure saus). Een mooie avond.