Donderdag 23 januari 2014 - Goethe museum, Dom van Frankfurt
22.23 Uur. Lange dag. Om 5.00 uur ging de wekker na 4 uur slaap. Ondanks de 51% slaapkwaliteit (app op mijn iPhone), voelde ik me kiplekker. Zin in ons Frankfurt avontuur. We troffen een zwaaiende Peter op een nog heel rustig Centraal Station in Amsterdam. De treinreis van 4 uur verliep prima.
In Frankfurt pakten we de metro naar ons hotel en daar konden we - ondanks het feit dat het pas 11.30 uur was - al in onze kamer inchecken. We installeerden ons en maakten het plan voor de dag: vandaag het Goethe museum en de Dom van Frankfurt. Morgen de Albrecht Dürer tentoonstelling, doel van onze reis.
Al onze doelen lagen op loopafstand. We konden gemakkelijk vanuit ons hotel het oude centrum inlopen over de Main over de voetgangersbrug 'Eiserner Steg', met de vele liefdesslotjes aan de relingen van de brug. Op de gezellige Römer platz at ik een hele goede 'hausgemachte Gulashsuppe'.
Het was somber weer en miezerde een beetje. Ik had er geen last van, maar het was wel jammer voor de foto's.
Vervolgens bezoek aan het Goethe museum. Goethe was een rijk man, zo was duidelijk te zien in het 4 verdiepingen hoge, rijke huis.
De Dom zou om 16.00 uur weer open gaan voor publiek, waardoor er tijd genoeg was voor een bezoek aan een echte Duitse Conditorei. Tijd voor thee en taart.
In de Dom waren een paar mooie, oude dingen te zien. Het gebouw zelf had tijdens de 2e Wereldoorlog - zoals de meeste gebouwen in de stad - nogal wat schade opgelopen en was gerestaureerd.
Aan het einde van de middag tijd voor een tukje, een ritueel tijdens de stedentrips. Je banjert de hele dag door de stad en dan verdienen met name de voeten even rust, zodat ze je 's avonds weer naar een leuk restaurantje brengen. Zo ook vandaag. Peter had thuis onderzoek gedaan naar de restaurantjes in de buurt. Zo belandden we in een oer-Duits restaurantje op steenworp afstand van ons hotel, overvol met locals. Onzettend gezellig en goed eten voor weinig geld. Een hele gezellige avond met zijn drieën.
Toen we aan het einde van de avond naar buiten stapten, miezerde het nog steeds. Dat zou de volgende dag over zijn, zo verzocht ik de Goden.